PLAN B

 ontwikkeling, leren en gedrag

Gedragsproblemen

 Bij gedragsproblemen zien we een onaangepast gedrag van het kind aan zijn omgeving. Het kind is druk, valt op, luistert niet, kan sociaal niet adequaat reageren, schopt en slaat of zondert zich juist enorm af. In onze visie is dit gedrag een uiting van lichamelijk onvermogen tot aanpassen en verwerken van prikkels.

ADHD (aandachtproblemen hyperactief gedrag)                                                 Veel kinderen lijden tegenwoordig aan een onvermogen om zich lang te richten op een taak. Soms gaat dit vergezeld van een niet te onderdrukken overbeweeglijkheid. Dit gedrag kan zowel thuis als op school problemen veroorzaken.                                                                                                                             Uit onderzoek blijkt dat blijkt dat er groepen neuronen (zenuwcellen) kleiner zijn en er problemen zijn met de aanmaak van verschillende neurotransmitters (boodschapperstoffen). 

De aanpak van onze methode is vooral gericht op het boven krijgen van de oorzaak van het afwijkend gedrag en het behandelen van de hersenen en hun werking door motorische oefeningen. 

Autisme, autistiform gedrag en PDD nos                                                     Kenmerkend voor autisme is het onvermogen tot het ontwikkelen van normale sociale relaties en een verstoorde ontwikkeling van het communicatief vermogen. Daarnaast zijn het vaak kinderen met een gebrek aan voorstellingsvermogen.

Door MRI scans en histologisch onderzoek is gebleken dat de temporaal kwab van de hersenen (het gebied rond je oren waar de gehoorprikkels worden verwerkt en doorgegeven worden) niet goed functioneert. De dysfunctie van dit gebied kan een gevolg zijn van een obstructie als gevolg van een geboortetrauma. Denk hierbij aan een vacuümpomp of verlostang. Vervolgens ontstaan er problemen met de boodschapperstoffen die informatie snel naar de hersenen moet sturen. Indien de overdracht van wat je hoort langzaam verloopt, kan dat grote gevolgen hebben. "Het kwartje" valt pas seconden later. Het kind reageert later, herhaalt zinnen en vraagt vaak "wat zeg je?" en lijkt in zijn eigen wereld te zitten.

Natuurlijk is het te eenvoudig om autistiform gedrag als een probleem van het gehoor te beschrijven. Het ligt dan ook veel complexer. Uit onderzoek blijkt dat ook de gebieden in de hersenstam en in de frontale cortex zwak te functioneren. De hersenstam, de basis van de hersenen, zorgt voor het wakker worden van de hersenen. De frontale cortex, het voorste deel van je hersenen is het stukje hersenen dat zorgt voor de rem op je gedrag, je sociale voelsprieten en je algehele motivatie en moreel besef.

Brain Stimulated Method kan, zonder gebruik van medicijnen, de aanmaak van boodschapperstoffen weer op gang brengen.